Van Schaik C.S. / Algemeen / Familierecht / Afschaffing van de algehele wettelijke gemeenschap van goederen

Afschaffing van de algehele wettelijke gemeenschap van goederen

Op 27 maart 2017 heeft de Eerste Kamer een wetsontwerp aangenomen tot afschaffing van de algehele gemeenschap van goederen.  

Tot op heden is het zo, dat als mensen trouwen zonder het maken van huwelijksvoorwaarden, er van rechtswege een algehele gemeenschap van goederen ontstaat. Dit betekent dat alle bezittingen en alle schulden die de beide partners bij het aangaan van het huwelijk hebben, gemeenschappelijk worden. Beide vermogens worden in feite samengevoegd. Voor erfenissen en schenkingen waarbij uitdrukkelijk is bepaald dat zij buiten elke gemeenschap van goederen vallen, geldt op dit moment een uitzondering.

Vermoedelijk met ingang van 1 januari 2018 wordt dit anders. Er ontstaat door het huwelijk nog steeds van rechtswege een gemeenschap van goederen. De nieuwe wettelijke gemeenschap van goederen is echter veel beperkter dan de huidige. In de nieuwe gemeenschap van goederen vallen dan alle goederen die reeds voor het huwelijk aan de echtgenoten gezamenlijk toebehoorden en alle overige goederen die door ieder van hen afzonderlijk of door hen samen na het huwelijk worden aangeschaft.

Dit betekent dat de goederen en ook de schulden die aan één van de echtgenoten voor het huwelijk privé toebehoorden niet meer in de gemeenschap vallen.

Verder is een andere hoofdregel omgedraaid. Nu geldt nog dat hetgeen iemand geschonken krijgt of iemand erft in de regel in de gemeenschap van goederen valt, tenzij bij testament of schenking is bepaald dat het buiten de gemeenschap blijft. Deze regel wordt omgedraaid. Als een erflater of een schenker wil dat iets in de gemeenschap van goederen valt, zal hij dit thans uitdrukkelijk bij testament of bij de gift moeten bepalen.

Het gevolg van deze wetswijziging is, dat er vanaf 1 januari 2018 ook in huwelijken die gesloten zijn zonder huwelijksvoorwaarden, drie afzonderlijke vermogens ontstaan. Te weten het privévermogen van beide partners en een gemeenschappelijk vermogen.

Dit betekent, dat het voor echtgenoten noodzakelijk wordt om goede administratie bij te houden van de verschillende vermogens. Er dient immers vastgelegd te worden wat er aan het begin van het huwelijk was, van wie dit was, en wat ermee is gebeurd.

Een goede vastlegging is om verscheidene redenen van belang. Aan ieder huwelijk komt een einde, hetzij door de dood, hetzij door echtscheiding. Indien één van de echtgenoten overlijdt is het van belang te weten wat van hem privé was, dat valt sowieso in de nalatenschap, wat in de gemeenschap viel en dus voor de helft tot de nalatenschap behoort, en wat van de langstlevende echtgenoot privé is. Dit is niet alleen van belang voor de verdeling, maar ook voor afrekening met de fiscus. De verhouding tussen de omvang van het privévermogen en de gemeenschap bepaalt immers mede de grootte van de nalatenschap en daarmee de hoogte van de erfbelasting.  Dat het ingeval van echtscheiding van belang is om precies te weten wat van elk der echtgenoten privé is en wat gemeenschappelijk is, is vanzelfsprekend. Verder is het van belang vast te leggen welke goederen van wie zijn omdat het verhaal door schuldeisers op privégoederen van de echtgenoten ook anders geregeld wordt dan thans het geval is. Het verdient voor echtparen die na 1 januari 2018 trouwen dan ook aanbeveling om, zowel voor het begin van hun huwelijk een goede vermogensopstelling te maken, alsmede om die vermogensopstelling jaarlijks bij te werken.

Nieuw is ook de bepaling over het bedrijf van één van de echtgenoten. Indien één van de echtgenoten een bedrijf uitoefent dat buiten de gemeenschap valt, dan is hij of zij verplicht een redelijk deel van de winst die het gevolg is van zijn/haar arbeid of zijn/haar kennis af te dragen aan de gemeenschap. Op die manier wordt voorkomen dat het gehele arbeidsinkomen van één van de echtgenoten buiten de gemeenschap van goederen zal vallen.

Met de invoering van deze nieuwe wet wordt ons huwelijksvermogensrecht aanzienlijk gecompliceerder. Het verdient aanbeveling voor mensen die na 1 januari 2018 willen trouwen, om vooraf een goede inventarisatie en een goede beschrijving van al hun schulden en bezittingen te maken, en die voor het huwelijk met elkaar vast te leggen. Voor mensen die schenkingen willen doen of hun vermogen aan iemand na willen laten, geldt dat de hoofdregel is omgekeerd. Indien zij willen dat de echtgenoot/echtgenote van de betreffende partij ook meeprofiteert, moeten zij in de toekomst uitdrukkelijk vastleggen dat de schenking of de erfenis wel in de gemeenschap valt.

Voor wie na de inwerkingtreding van de wet in het huwelijk treedt zonder huwelijkse voorwaarden te maken is het daarom van belang vooraf juridische advies in te winnen. Ons kantoor kan U daarbij behulpzaam zijn.

Top