Alimentatie

In veel familierechtelijke geschillen is de alimentatie het belangrijkste probleem. Een inkomen waarvan men als gezin goed kan leven is vaak niet voldoen om twee gezinnen van te onderhouden. Om die reden moet zorgvuldig gezocht worden naar een voor alle partijen acceptabele oplossing.

Het alimentatierecht is de afgelopen jaren sterk in beweging geweest. Voor kinderalimentatie is een totaal nieuw systeem ontwikkeld dat op tal van punten afwijkt van de oude regeling.  In hoofdlijnen komt het systeem er op neer dat de behoefte van de kinderen wordt vastgesteld aan de hand van een door het Nibud opgestelde tabel. Hierbij wordt uitgegaan van het netto gezinsinkomen ten tijde van de scheiding. Op deze kosten worden (vooralsnog) de het kindgebondenbudget en de eenoudertoeslag in mindering gebracht, waarna de kosten die door de ouders gedragen moeten worden overblijven. Deze kosten worden in principe naar rato van draagkracht verdeeld, waarbij doormiddel van de zogenaamde zorgkorting rekening gehouden met de tijd die de kinderen bij elk van de ouders verblijven.

Deze alimentatie berekening worden via een computerprogramma gemaakt. Niet alleen het uitrekenen van het juiste bedrag is van belang, ook een goede vastlegging. De wijze waarop de alimentatieverplichting is vastgelegd bepaalt mede of en hoe deze op een later tijdstip nog te wijzigen is.

Naast kinderalimentatie is er ook partner alimentatie, waarvoor andere normen gelden. Zo spelen de woonkosten en de aflossing van reeds bij de scheiding bestaande schulden een belangrijke rol bij de bepaling van de hoogte van de draagkracht van de alimentatieplichtigen.

De laatste jaren is ook de behoefte van de alimentatiegerechtigde veel belangrijker geworden. Eerst moet worden vastgesteld van de behoefte van de alimentatiegerechtigde is. Dit kan via de Hof-norm dat wil zeggen 60% van het oude netto gezinsinkomen, minus de kosten van de kinderen, of via een concrete behoefteberekening. Deze laatste methode geniet in de ogen van de Hoge Raad de voorkeur. Daarna moet worden vastgesteld in welk deel van deze behoefte door de alimentatiegerechtigde zelf wordt voorzien, of in redelijkheid zelf kan worden voorzien. Kortom wat verdient de alimentatiegerechtigde en wat zou deze kunnen verdienen.

Ook de alimentatieduur is tegenwoordig geen gegevenheid meer. De duur is voor partneralimentatie weliswaar gelimiteerd tot twaalf jaar, maar het is geen vanzelfsprekendheid dat het ook twaalf jaar moet duren.  Hertrouwen of samenwonen van de alimentatieplichtige doet de verplichting eerder eindigen, maar ook het toenemen van het inkomen of de verdiencapaciteit van de alimentatieplichtige kan aanleiding zijn om de alimentatie eerder te beëindigen of te verminderen. Het is inmiddels hoofdregel geworden dat alimentatie een secundaire inkomstenbron is, in principe moet eerst onderzocht worden of de alimentatie gerechtigde niet zelf in het levensonderhoud kan voorzien.

Van Schaik c.s. beschikt over de kennis en over de computerprogrammatuur om betrouwbare alimentatieberekeningen te maken. Dit gebeurt zowel in het kader van familierechtelijke procedures als in het kader van de mediation.

Top